Description
De druivenstokken op SiciliĂ« zagen ze komen en gaan. Van de FeniciĂ«rs die gecultiveerde druiven meenamen vanuit het Verre Oosten en deze plaatsten naast de wilde druiven die het eiland tot dan toe rijk was, tot de Arabieren die een streng alcoholverbod hanteerden maar de wijnbouw door de vingers zagen. Later kwamen enorme wijngaarden in het bezit van de kerk en werden de uitmuntende kwaliteiten van Siciliaanse wijnen tot in het Vaticaan bezongen en bejubeld. Totdat Spaanse onderkoningen in de zeventiende eeuw het bestuur overnamen van Napels en het toenmalige koninkrijk SiciliĂ«. Druivenstokken maakten plaats voor voornamelijk tarwe en wijngebied SiciliĂ« verdween zo ongeveer van de kaart. Totdat Engelsman John Woodhouse zo’n anderhalve eeuw later, in 1773, de Marsala ontdekte, de versterkte wijn van het Italiaanse eiland. Wijnboeren zetten SiciliĂ« weer op de wijnkaart, al hadden sommigen daar iets te veel haast mee. Kwantiteit ging even voor kwaliteit, maar ook dat tij is gelukkig